Tussen de kroost van onze bezoekers loopt er sporadisch wel eens een deugnietje rond. Maar ook onder de Sint-Paulusvrienden duikt er af en toe een, weliswaar niet meer zo jeugdige, kwajongen op. Om hem niet in diskrediet te brengen, gebruiken we enkel zijn initialen. Het moet niet altijd ernstig zijn en vooral voor de kinderen moet het plezant blijven, zo verantwoordt F.B. zijn – het is dus een man – toch een beetje griezelig verhaal. Het gaat als volgt.
“’s Nachts, als het donker wordt, komen verschillende wezentjes in onze kerk tot leven, waaronder de leeuwen die de binnenpoorten van het koor flankeren, maar ook de putti, de kleine engeltjes die je vooral in het transept terugvindt. De meeste leeuwen zijn braaf, maar er is één stouterik bij. En die heeft toch wel in de vinger van een engeltje gebeten zeker. Gelukkig hangt het vingertje er nog aan, maar het heeft wel pijn gedaan, want kijk: het weent nog steeds”.
Beminde parochianen, welgekomen toeristen, maak u vooral geen zorgen. Onze bejaarde deugniet polst eerst voorzichtig bij de ouders of hun nakomelingen vertrouwd zijn met sprookjes. En voor wie horrorstories als Roodkapje of Hansje en Grietje tussen de oren heeft, is de anecdote van de leeuw en het engeltje klein bier. Trouwens misschien klopt het verhaal wel want, voor zover ons bekend, heeft er nog niemand van de SPV de hele nacht doorgebracht in de kerk.